Inleiding
Het wegvallen van de chemische zaadcoating in de sperziebonen in 2021 heeft gezorgd voor problematiek rond de opkomst en kieming van de sperziebonen zaden door aantasting van de kiemplant door de bonenvlieg, Delia platura. Het zaad is niet meer beschermd tegen vraat van de larven van de bonenvlieg, waardoor het zaad na kieming wordt aangetast en met meer moeite opkomt of helemaal wegvalt. Aantasting door de bonenvlieg kan plaats specifiek zorgen voor uitval, waardoor niet voldoende planten per hectare worden gehaald om de teelt voort te zetten. Uiteindelijk zal het lagere plantenaantal zorgen voor een moeilijkere onkruidbestrijding, een lagere opbrengst en daardoor is de teelt niet rendabel. In het algemeen zal, wanneer grote schade gedetecteerd wordt van de bonenvlieg, het perceel worden overgezaaid. Het overzaaien van het perceel heeft zijn gevolgen voor de financiële haalbaarheid van de teelt, alsmede een impact op het milieu door het opnieuw moeten zaaien van een significant areaal.
In dit project wordt gekeken naar de mogelijkheid om de bonenvlieg op een biologische manier te bestrijden. Er is in voorgaande jaren onderzoek gedaan naar de invloed van het zaaien van een gewas tussen de bonen. In dit onderzoek, alsmede in de literatuur, is te zien dat er mogelijkheden zijn voor venkel om invloed uit te oefenen op de aantasting van de kiemplanten door de bonenvlieg.
A. Bonenvlieg (Delia platura)
Aantasting van de gekiemde sperziebonenzaden door de bonenvlieg, Delia platura, gebeurt aan de hand van de larven van de bonenvlieg. De bonenvlieg nestelt zich in organisch materiaal in de bodem om daar eitjes te leggen. Op het moment dat het zaad kiemt kunnen de larven van de bonenvlieg de kiemplant binnendringen. Het binnendringen van de kiemplant gebeurt doordat de larf van de bonenvlieg zich door het steeltje van de kiemplant naar binnen eet. In het plantje zal de larf zich een weg naar boven eten door het midden van de stengel heen, om bovenin de kiemplant de plant te verlaten. Het opeten van het binnenste van de stengel zorgt ervoor dat sapstromen in de kiemplant verhindert worden en dat hierdoor de plant kan afsterven. Het schadebeeld van deze indringen is zichtbaar aan een slecht ontwikkelde kiemlob, waar het groeipunt meestal aangetast is en geen uitgroei laat zien. Wanneer men de verzwakte of afgestorven kiemlob uit de grond haalt, kan men de plaats van binnendringen zien door een klein gat in de stengel. Vaak gaat dit gat gepaard met afsterving van plantenweefsel. Wanneer men de plant openmaakt kan men de gang die de larven heeft gemaakt zien in de stengel van de sperzieboon.
B. Venkel (Foeniculum vulgaere)
Venkel (Foeniculum vulgaere), een aromatische plant die behoort tot de schermbloemenfamilie, staat bekend om zijn medicinale en insecten-werende eigenschappen. Onderzoek heeft aangetoond dat venkel een potentieel afschrikmiddel kan zijn tegen bonenvliegen, waardoor venkel mogelijk ingezet kan worden als natuurlijke bestrijding van de bonenvlieg. Het inzetten van venkel als natuurlijke bestrijding tegen de bonenvlieg laat op twee vlakken mogelijk werking zien. Er is een bekend insecten-werende eigenschap van venkel dat te maken heeft met geur. De essentiële oliën in venkel, zoals anethol en fenchon, staan bekend om hun insecten-werende eigenschappen. Studies hebben aangetoond dat deze oliën een ontmoedigende werking hebben op verschillende insecten, waaronder muggen, mieren en mogelijk ook bonenvliegen. Door de specifieke geur chemische samenstelling van venkel kunnen bonenvliegen worden afgeschrikt, wat kan resulteren in een verminderde aanwezigheid en schade aan gewassen.
Naast het gebruik van de aromatische eigenschappen van venkel is er ook literatuur die ondersteunt dat venkel een habitat bied voor predatoren van de bonenvlieg, die niet afgeschrikt worden door de geur van de venkel. Het bieden van habitat voor predatoren kan zorgen voor een vergroting in de biodiversiteit en het aantal predatoren in het veld (Afrin, 2017) (Berkvens, 2008). Waardoor de bonenvlieg minder kans krijgt om een grote populatie op te bouwen.
In dit project zullen wij verder kijken naar de werking van venkel op de aantasting van sperziebonen door de bonenvlieg. Venkel zal ingezet worden als plaagbestrijding in de hoop op een biologische manier de schade van de bonenvlieg te verminderen. Op het moment dat de sperziebonen gegroeid zijn tot ongeveer 12 cm, dit zal ongeveer na 4 weken zijn, zal de venkel worden weggehaald om concurrentie en moeilijkheden bij oogst te voorkomen. Het verwijderen van de venkel zal op twee manieren gebeuren; schoffelen en maaien. In beide behandelingen zullen wij kijken naar de effectiviteit van de verwijdering en de mogelijkheden voor onkruidbestrijding na verwijderen. Het project zal een meerjarige insteek hebben, om zo de variatie in het jaar zelf te verminderen. Het is immers zo dat in het ene jaar er meer schade van de bonenvlieg wordt waargenomen dan een ander jaar. Het eerste jaar zal gebruikt worden om de invloed van venkel op de bonenvlieg te testen, alsmede de mogelijkheid om venkel na goede opkomst van de sperziebonen te verwijderen. Onderzoek zal in het tweede jaar voortgezet kunnen worden om de invloed verder te onderzoeken, haalbaarheid in de gangbare teelten te toetsen en eventueel nieuwe onderzoeksvragen die op zijn gekomen in het eerste jaar te beantwoorden.
Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door: